Vogel ziektes en testen

Vogel ziektes en testen

Het is belangrijk om te weten als je een vogel neemt of zelfs hebt wat voor ziektes een papegaai kan krijgen, vooral wat voor ziektes besmettelijk zijn voor eventuele andere aanwezige vogels.
Het is daarom ook verstandig om (vooral als je andere vogels in huis hebt) je papegaai te laten testen bij een vogelarts op iig de 4 volgende ziektes:
PBFD
PDD
POLYOMA
CHLAMYDIA

PBFD:

Deze ziekte word veroorzaakt door een virus en komt voor:
• In de veren
• In het bloed
Wanneer de papegaai het in de veren heeft is de papegaai nog niet ziek maar kan het op dat moment wel doorgeven aan andere papegaaien. Als je dan na 21-30 dagen weer opnieuw test dan zijn er 2 mogelijkheden.
1.De vogel is het virus kwijt (en dus gezond)
2. De vogel heeft het in zijn bloed en is dus besmet met het virus.

PBFD is echt een nare ziekte wanneer je vogel dit virus aantoonbaar heeft en de symptomen die hierbij horen (Veren die uitvallen, veren die abnormale dikke veerschachten hebben, Groeiachterstand (bij jonge vogels) gestold bloed op de veren die uitvallen, open rode plekken op de plaatsen waar de vogel de veren verliest, een dof verenpak, rare afwijkingen aan de snavel, gewichtsverlies, verandering in eetpatroon, minder actief, dunne groene ontlasting) dan is er vaak maar 1 diervriendelijk handeling te doen en dat is deze vogel uit zijn lijden verlossen.
Wanneer je vogel drager is van deze ziekte en nog geen symptomen heeft dan kan de vogel hier verder mee leven maar als eigenaar moet je er dus heel erg bewust van zijn dat jouw vogel NOOIT meer bij andere vogels in de buurt mag komen en dat je dit zelf heel hygiënisch aan moet pakken aangezien de verenstof de ziekte dus kan verspreiden.

PDD:

PDD ook wel KDS genoemd is een Kliermaag Dilatatie Syndroom een virus wat de krop, de spiermaag, het darmkanaal en de hersens kan aantasten.
Over deze ziekte bestaat nog veel discussie, er is veel onderzoek naar gedaan en daar zijn ook veel verschillende resultaten uitgekomen. Wij gaan uit van het feit dat deze ziekte ook besmettelijk is via de lucht (ook al zijn daar de meningen over verdeeld) wat dus inhoud dat een vogel die het virus draagt altijd besmettelijk is voor andere vogels.

Besmetting kan dus bij PDD op de volgende manier:
Via ontlasting
Via speeksel (elkaar voeren)
Via de lucht (bij slechte hygiëne; via opgedroogde ontlasting waarvan het stof zich verspreid)

PDD is ook een hele nare ziekte, gelukkig wanneer een vogel PDD heeft zijn er wel medicijnen die het kunnen onderdrukken.
Met name een aanpassing in de levenswijze kan ervoor zorgen dat de besmette vogel nog een flinke tijd mee kan gaan. Ook hier geld echter als de vogel symptomen heeft en het neemt niet af door behandeling dan is de meest diervriendelijke manier om de vogel uit zijn/haar lijden te verlossen met name jongere vogels zullen eerder overlijden wanneer ze PDD hebben ten opzichte van oudere vogels.

Symptomen PDD: Snel gewichtsverlies, verlammingsverschijnselen, trillingen, onverteerde zaden in de ontlasting, minder actief en weinig eetlust.
Net als bij PBDF kunnen deze vogels dus niet meer bij gezonde vogels en heb je echt de hygiëne hoog in acht te nemen.
Wanneer een vogel is besmet met PDD dan is de overlevingskans groot wanneer je de vogel over zet op pellets en geen zaadvoer meer geeft.

POLYOMA:

Polyomavirus is een virus dat bij alle kromsnavels voor kan komen. Het levert vooral klachten op bij jonge vogels, met name bij papegaaien en parkieten. Andere vogelsoorten kunnen echter ook gevoelig zijn voor een infectie. Bij grasparkieten is het polyomavirus beter bekend onder de naam budgerigar fledgling disease (BFD) , of kruipersziekte wat verwijst naar de slechte ontwikkeling van de veren. Bij agaporniden uit de ziekte zich vaker als polyfolliculits waarbij er zich uit een follikel meerdere kleine veertjes ontwikkelen.

Symptomen: Slecht ontwikkelde veren en vaak insnoeringen aan de schacht van de veer, Vertraagde kroplediging, opgeven van voedsel, stoppen met eten, onderhuidse puntbloedingen of vochtophopingen in de buik.

Medicatie: Er zijn op dit moment nog geen medicijnen om deze ziekte te behandelen, wel kan een besmette vogel worden ondersteund met medicatie en goede voeding. Hier blijft dus ook besmettingsgevaar en kun je een besmette vogel NIET bij gezonde vogels plaatsen.

CHLAMYDIA:

Chlamydia, ook wel de papegaaienziekte genoemd word veroorzaakt door een bacterie en kan zich alleen vermenigvuldigen in de cellen van de gastheer.
Bij besmette vogels zit de bacterie in de ontlasting, de urine en in het oog en neusvocht.
Besmette vogels kunnen dus andere vogels besmetten door bv veerstof en gedroogde ontlasting en bij aanraking via het neus en oogvocht.
Verschillende lijnen van chlamydia veroorzaken verschillende symptomen. Ook is het zo dat een lijn die voor één vogelsoort dodelijk is, bij een andere vogelsoort nauwelijks symptomen hoeft te veroorzaken.
Als de bacterie binnenkomt bij een vogel, is het afhankelijk van het immuunsysteem wat er gebeurt. De bacterie kan alleen voortleven binnen een cel van de gastheer. Als deze zich daar eenmaal genesteld heeft, is het voor het immuunsysteem moeilijk de bacterie kwijt te raken. Vogels kunnen zo drager worden van de bacterie.

Wat vaak voorkomt is dat een vogel zich besmet met een bacterielijn die niet heel ziekteverwekkend is voor die soort. Het lichaam maakt antistoffen tegen de bacterie en de vogel scheidt de bacterie uit. Dit kan al deze tijd zonder uiterlijke verschijnselen aan de vogel gebeuren. Door het verspreiden van de bacterie zijn deze vogels gevaarlijk voor jonge vogels van dezelfde soort, maar vooral voor vogels van een andere soort. Voor deze kan die bacterielijn wel erg ziekmakend zijn. De dragers zonder verschijnselen kunnen wel ziek worden in tijden van verminderde weerstand of andere infecties.

Jonge vogels die besmet raken met een erg ziekmakende lijn van de bacterie kunnen acuut ernstig ziek worden. Ze worden sloom, hebben bindvliesontsteking, rochelen, hebben het benauwd en krijgen diarree, deze kan groen zijn of juist grijs en waterig. Ze sterven vaak binnen 8-10 dagen, jongen die het overleven hebben vaak een afwijkend verenkleed.

Vogels die besmet raken met een bacterielijn waar ze minder gevoelig voor zijn kunnen een meer chronische ziekte ontwikkelen. Hierbij worden ze mager, hebben groenige diarree, soms bindvliesontsteking. Bij papegaaiachtigen kunnen ook zenuwverschijnselen optreden, zoals trillen, epilepsie achtige aanvallen en sterrekijken. De verschijnselen kunnen vaag zijn en worden vaak niet herkend.
Vogels die niet behandeld worden kunnen binnen een paar weken doodgaan.

Er wordt door vogels die overleven geen immuniteit opgebouwd, ze zijn dus weer net zo vatbaar voor de ziekte als vogels die nog nooit in aanraking zijn geweest met de bacterie. Hierdoor is het ook niet mogelijk tegen deze ziekte te vaccineren.

Diagnose
Omdat de chlamydia bacterie alleen kan leven in cellen van de gastheer, zijn ze moeilijk te kweken.
Tegenwoordig wordt het DNA van de bacterie aangetoond. Dit kan in bloed of in een uitstrijkje van de cloaca, vaak wordt het beide gedaan, om de kans zo groot mogelijk te maken dat de bacterie gevonden wordt.

Behandeling
Dit is met antibiotica. Dit kan door het voer of drinkwater, hierbij moet wel goed opgelet worden dat de vogels voldoende eten of drinken. Ook blijven de vogels nog een paar dagen de bacterie verspreiden omdat het even duurt voordat de antibiotica voldoende werkt.
Een andere manier van behandelen is door injecties. Hierbij stoppen de vogels met het verspreiden van de bacterie binnen 24 uur.
Behandeling moet langdurig zijn omdat de bacterie in de cellen van de vogel zelf zit. Hier is het moeilijk te bereiken voor antibiotica. Sommige vogels blijven drager ondanks langdurige behandeling. Ziekte kan dan weer optreden in periodes van verminderde weerstand door bijvoorbeeld een andere ziekte.

Behalve voor vogels is de bacterie ook gevaarlijk voor andere dieren en ook voor mensen. Mensen die besmet zijn krijgen griepachtige verschijnselen. Zonder behandeling kunnen long- en hersenvliesontsteking ontstaan.
Deze ziekte word dan ook altijd gemeld bij het RVO omdat het een gevaar voor de mens kan zijn.