Een gezond en gelukkig 2025 gewenst! Een nieuw jaar boordevol nieuwe mogelijkheden, en een goed moment om stil te staan bij zaken die we graag zouden willen veranderen. Jaarlijks spreken mensen bij de start van het nieuwe jaar hun goede voornemens uit: minder roken, minder drinken, meer bewegen, gezonder eten, afvallen… Veel van die goede voornemens hebben betrekking op onze eigen gezondheid, maar hoe zit dat met de gezondheid van onze gezelschapsvogels? Zou het nieuwe jaar niet een goed moment zijn om die ook eens onder de loep te nemen?
We hebben het misschien niet altijd door, maar ook onder onze gezelschapsvogels komt overgewicht met enige regelmaat voor. Zeker papegaaisoorten zoals ara’s, Amazonepapegaaien, rosé kaketoes, monniksparkieten, grasparkieten en valkparkieten zijn gevoelig voor het ontwikkelen van overgewicht. Tegelijk kan overgewicht optreden bij elke vogel die teveel calorieën binnenkrijgt en/of te weinig lichaamsbeweging krijgt. Van dat laatste is al gauw sprake bij vogels die beperkte bewegingsruimte hebben doordat ze het grootste deel van de dag in hun kooi doorbrengen. Maar ook bij vogels die wel uit de kooi komen kun je je afvragen of we ze wel de lichaamsbeweging geven die ze nodig hebben, zeker als je bedenkt dat de meeste papegaaiachtigen in de natuur vele kilometers per dag afleggen om voedsel te vergaren. Vliegen is daarmee één van de meest inspannende activiteiten die ze moeten leveren, maar de mogelijkheden hiertoe zijn in een gehouden situatie sterk beperkt, zeker wanneer er maatregelen getroffen zijn om vliegen tegen te gaan door middel van kortwieken. Bovendien is eten in overvloed en binnen snavelbereik aanwezig, waarmee alle factoren aanwezig zijn om overgewicht en vetzucht en bijbehorende gezondheidsproblemen in de hand te werken. Net als bij mensen worden bij papegaaien en parkieten in toenemende mate welvaartsziekten geconstateerd, waaronder hart- en vaatziekten zoals aderverkalking, suikerziekte en leververvetting. Daarnaast hebben vogels met overgewicht ook vaker last van gewrichtsproblemen en zoolzweren. Belangrijk dus om dit soort problemen voor te zijn en ervoor te zorgen dat je vogel een gezond gewicht heeft, en goede voeding en voldoende lichaamsbeweging krijgt.
Een eerste aanwijzing of een vogel in goede conditie is, is het bijhouden van het lichaamsgewicht. Door de vogel dagelijks of in elk geval wekelijks te wegen kan inzichtelijk gemaakt worden of de vogel aankomt of afvalt. Het gewicht kan bovendien vergeleken worden met de gewichtsrange voor de betreffende soort. Tegelijk hangt het gewicht ook samen met de grootte van de vogel, waarin ook variatie binnen de soort bestaat. Om die reden moet ook de lichaamsconditie gecontroleerd worden. Daarvoor zijn verschillende systemen ontwikkeld die de zogenaamde body condition score (BCS) in kaart helpen te brengen. Bij vogels wordt daarbij in eerste instantie gekeken naar de conditie van de borstspier, aangevuld met de hoeveelheid vetreserves die de vogel heeft (onder andere ter plaatse van de flanken, buik, rug en nek). In het Verenigd Koninkrijk heeft de vereniging van diervoedingsmiddelenfabrikanten een Bird Size-o-meter (Nederlands: Vogel maat-o-meter) ontwikkeld die door eigenaren zelf toegepast kan worden om een eerste indruk te krijgen van de voedingstoestand van hun vogel. Die beoordelingssystematiek is door het LICG